Begroting 2020

Paragraaf 2 Weerstandsvermogen en risicomanagement

Overzicht kengetallen

Het betreft de volgende kengetallen, die voor 2020 gebaseerd zijn op de voorziene balans met ingang van 1-1-2020. In kleur is de norm aangegeven die geadviseerd wordt door de provincie en die afgeleid is van landelijke normeringen.

Groen:   voldoende
Oranje: matig
Rood : onvoldoende

Begroting 2020 en meerjarenraming 2021-2023

Signaleringswaarden
Provincie

Waarden gemeente Neder-Betuwe

Kengetal

minst risicovol

neutraal

meest risicovol

Rek.
2018

Begr.
2019

Begr.
2020

Begr.
2021

Begr.
2022

Begr.
2023

Netto schuldquote

<90%

90-130%

>130%

31%

56%

67%

70%

78%

83%

Netto schuldquote, gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen

<90%

90-130%

>130%

30%

55%

66%

69%

77%

81%

Solvabiliteitsratio

>50%

20-50%

<20%

44%

35%

32%

33%

31%

30%

Grondexploitatie

<20%

20-35%

>35%

2%

3%

1%

-1%

-2%

0%

Structurele exploitatieruimte

>0%

0%

<0%

-1,5%

0,4%

0,6%

0,3%

0,2%

0,3%

Belastingcapaciteit

<95%

95-105%

>105%

111%

115%

113%

Netto schuldquote en netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
Het kengetal 'netto schuldquote', ook wel 'netto-schuld' geeft aan hoe groot de schuldenlast is ten opzichte van de eigen middelen of baten. Deze verhouding zegt het meest over de financiële vermogenspositie van de gemeente. Het geeft aan of er investeringsruimte is of niet. Ook zegt de netto schuldquote iets over de flexibiliteit van de begroting. Hoe hoger de schuld is hoe meer kapitaallasten er zijn (rente en aflossing), waardoor een begroting minder flexibel wordt. De netto schuldquote geeft daarmee een aanwijzing over de druk van de rentelasten en de aflossingen op de exploitatie. Een hoge schuld kan echter ook worden veroorzaakt doordat er leningen zijn afgesloten, die vervolgens worden doorgeleend aan instellingen, die op hun beurt weer jaarlijks aflossen. Bij Neder–Betuwe gaat het om een aantal leningen aan dorpshuizen. Om inzicht te krijgen in de mate waarin sprake is van doorlenen, wordt de netto schuldquote zowel in- als exclusief doorgeleende gelden weergegeven (netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen). De stijging van 2020 (en 2019) ten opzichte van de verhouding uit de Jaarstukken 2018 komt doordat de verwachting is dat er aanvullende financiering moet worden aangetrokken als gevolg van de investeringen uit het meerjareninvesteringsplan uit deze begroting.
De VNG en de provincie Gelderland geven aan dat wanneer de schuld lager is dan de jaaromzet (< 100%) dit als voldoende wordt beschouwd en boven de 130% als onvoldoende. Daartussen is de netto schuldquote matig te noemen. Neder- Betuwe heeft een netto schuldquote van 67% voor het jaar 2020 en dat valt in de categorie 'minst risico'.

Verhouding tussen vreemd en eigen vermogen (solvabiliteitsratio)
De 'solvabiliteitsratio' geeft de mate aan waarin de gemeentelijke bezittingen zijn betaald met eigen middelen. Anders gezegd: het aandeel van het eigen vermogen in het totale vermogen. Hoe hoger de verhouding eigen vermogen ten opzichte van het totale vermogen is (het financiële kengetal solvabiliteitsratio des te gezonder de gemeente.
Het provinciaal toezichtskader op gemeenten geeft aan dat wanneer 50% van het totaal vermogen uit eigen vermogen bestaat, de gemeente in de categorie 'minst risico' valt. Is het kengetal voor solvabiliteit kleiner dan 20%, dan is er veel vreemd vermogen aanwezig, wat wordt  aangeduid als 'meest risico'. Neder Betuwe heeft een solvabiliteitsratio voor 2020 tot en met 2023 van 32% aflopend naar 30%. Deze wordt daarom als 'neutraal' beoordeeld.

Grondexploitatie
Het kengetal 'grondexploitatie' geeft aan hoe groot de grondpositie (boekwaarde) is ten opzichte van de jaarlijkse baten. Wanneer een gemeente grond tegen de veel lagere prijs van landbouwgrond heeft aangekocht, loopt ze veel minder risico dan wanneer er dure grond is aangekocht en de vraag naar woningen is gestagneerd.
Het bepalen van een norm voor het kengetal 'grondexploitatie' is lastig. De boekwaarde van de gronden in bezit zegt namelijk niets over de relatie tussen de vraag en het aanbod van woningbouw of bedrijventerrein. Maatwerk is hiervoor nodig. Dat wil onder andere zeggen: hoeveel woningen of bedrijventerrein zijn er gepland, van welk type en op welke plek? Daarnaast is het van wezenlijk belang wat de te verwachten vraag is. Dit vergt meer onderzoek dan naar voren komt in het genoemde kengetal. De boekwaarde van de gronden geeft wel weer of een gemeente veel middelen heeft gestopt in haar grondexploitatie. Dit geld dient namelijk terugverdiend worden. Om deze reden is er geen norm verbonden aan het kengetal grondexploitatie. Dit kengetal neemt de komende jaren af in verband met afwikkelingen van diverse grondposities.

Structurele exploitatieruimte
Het kengetal 'structurele exploitatieruimte' geeft aan hoe groot de structurele vrije ruimte binnen de begroting is. Daarnaast geeft dit kengetal aan of de gemeente in staat is om structurele tegenvallers op te vangen dan wel of er nog ruimte is voor nieuw beleid. Als gevolg van de bezuinigingsmaatregelen en het behoedzame begrotingsbeleid ontwikkelt het saldo van de structurele baten en lasten zich positief.
Om voor de categorie 'minst risico' in aanmerking te komen dient dit percentage hoger te zijn dan nul. Volgens de berekening daalt de structurele exploitatieruimte van 0,6% in 2020 naar 0,3% in 2023. De verhouding blijft positief, maar laat wel zien dat de exploitatieruimte meer onder druk komt te staan. Dit brengt een risico met zich mee voor het opvangen van structurele tegenvallers in de toekomstige exploitatie.

Opgemerkt moet worden dat een mogelijke extra uitkering van de Jeugdzorg aan Neder-Betuwe in de jaren 2022 en 2023 niet in deze begroting is verwerkt. De rijksoverheid stelt voor de jaren 2019 t/m 2021 extra geld beschikbaar voor jeugdzorg en ggz. Onduidelijk is of deze bijdrage ook na 2022 wordt doorgezet. Een (positief) financieel effect wordt pas verwacht vanaf 2022. De hoogte is zeer onzeker. Het kabinet vindt nader onderzoek noodzakelijk om te bepalen of en zo ja in welke mate er ook na 2022 extra middelen nodig zijn. Dit onderzoek moet najaar 2020 afgerond zijn. Vanwege die onzekerheid hebben wij gemeend geen bedrag in euro’s in te boeken vanaf 2022.

Belastingcapaciteit
De belastingcapaciteit geeft inzicht in de mate waarin een financiële tegenvaller in het volgende begrotingsjaar kan worden opgevangen en of ruimte is voor nieuw beleid. Om deze ruimte weer te kunnen geven, is deze gerelateerd aan de hoogte van de gemiddelde woonlasten (OZB, rioolheffing en reinigingsheffing). De definitie van het kengetal is: Woonlasten van een meerpersoonshuishouden in jaar t (het begrotingsjaar) ten opzichte van het landelijk gemiddelde in jaar t-1 (het jaar vóór het begrotingsjaar) uitgedrukt in een percentage. Neder-Betuwe komt voor 2020 uit op een belastingdruk van € 839. Tegenover het landelijk gemiddelde voor 2019 van € 740 betekent dit een norm van 113%. Anders gezegd: de belastingdruk in Neder-Betuwe is 13% hoger dan het landelijk gemiddelde. Ondanks de doorgevoerde OZB verlaging laten de vooruitzichten het komende jaar maar een lichte daling zien. Dit kengetal is niet meerjarig doorgerekend, omdat landelijke gemiddelden van voorafgaande (verwachte) jaren niet beschikbaar zijn.
De ruimte die een gemeente heeft om zijn belastingen te verhogen, wordt vaak gerelateerd aan de totale woonlasten. Het COELO publiceert deze lasten ieder jaar in de Atlas van de lokale lasten. Onvoldoende (de rode gebieden in de tabel) wil dus zeggen, dat Neder-Betuwe een hogere belastingdruk kent dan gemiddeld en niet of nauwelijks ruimte heeft om tegenvallers via belastingheffing op te vangen.

Beoordeling kengetallen
Uit de netto schuldquote blijkt dat onze financieringspositie gunstig is. Dit betekent dat onze schuldenlast relatief beperkt is en wij goed aan onze verplichtingen van rente en aflossing kunnen voldoen. Neder-Betuwe gaat de komende jaren fors investeren, wat leidt tot een toename van de verhouding netto schuldquote. Onze gezonde financiële positie blijkt ook uit een toename van onze verhouding tussen eigen en vreemd vermogen door groei van het eigen vermogen in verhouding tot het vreemd vermogen. Verder blijkt uit de ontwikkeling van het kengetal grondexploitatie, dat door de verwachte afname van de boekwaarde van de gemeentelijke gronden de risico’s voor het totaal van de begroting afnemen. De structurele begrotingsruimte laat een lichte daling zien naar 0,3% in 2023. Dit betekent dat de druk op de exploitatie bij tegenvallers de komende jaren kan toenemen.
In vergelijking met het landelijk gemiddelde is onze belastingcapaciteit volledig benut en biedt geen ruimte om tegenvallers op te vangen. Maar meerjarig groeit het verwachte begrotingssaldo, dat als buffer dient voor eventuele tegenvallers. Ondanks de doorgevoerde OZB verlaging laat het vooruitzicht voor het komende jaar maar een lichte daling zien van 15% naar 13% boven het landelijk gemiddelde. Dit wordt veroorzaakt door de toename van het tarief voor de afvalstoffenheffing.