Schommelingen in bestaand beleid
Jaarschijven 2020-2021
De lasten stijgen in 2021 ten opzichte van 2020 met afgerond € 1,5 miljoen. De grootste verschillen (>€ 100.000) worden hieronder toegelicht
- Lasten stijgen met € 1,1 miljoen, waarvan de oorzaak gevonden moet worden binnen de grondexploitaties;
- Lasten stijgen met € 0,15 miljoen, waarvan de oorzaak gevonden moet worden binnen een hogere post onvoorzien programma 5 (ingeleverd bij nieuw beleid conform kadernota, waarbij het verschil in bedragen wordt veroorzaakt door de mutaties vanuit de mei circulaire 2019);
- Lasten stijgen met € 0,25 miljoen, waarvan de oorzaak gevonden moet worden in mutaties in opgenomen stelposten prijsstijging (hoger), IBP (hoger) en BCF (lager);
De baten stijgen in 2021 ten opzichte van 2020 met afgerond € 1,7 miljoen. De grootste verschillen (>€ 100.000) worden hieronder toegelicht.
- Baten stijgen met € 0,2 miljoen, waarvan de oorzaak gevonden moet worden binnen een hogere onttrekking uit de voorziening GRP vanwege het investeringsplan en daaraan gekoppeld BTW voordeel;
- Baten stijgen met € 1,1 miljoen, waarvan de oorzaak gevonden moet worden binnen de grondexploitaties;
- De baten stijgen met € 0,75 miljoen, waarvan de oorzaak gevonden moet worden in een hogere algemene uitkering;
- Baten dalen met € 0,1 miljoen, waarvan de oorzaak gevonden moet worden binnen mutaties in reserves (lagere onttrekkingen);
- Baten dalen met € 0,2 miljoen, waarvan de oorzaak gevonden moet worden in overige kleine ontwikkelingen.
Jaarschijven 2021-2022
De lasten dalen in 2022 ten opzichte van 2021 met afgerond € 2,2 miljoen. De grootste verschillen (>€ 100.000) worden hieronder toegelicht:
- Lasten stijgen met € 0,15 miljoen, waarvan de oorzaak gevonden moet worden binnen het GRP en wegenbeheer vanwege hogere kapitaallasten;
- Lasten dalen met € 1,2 miljoen, waarvan de oorzaak gevonden moet worden binnen de grondexploitaties;
- Lasten stijgen met € 0,2 miljoen, waarvan de oorzaak gevonden moet worden binnen een hogere post onvoorzien programma 5 (ingeleverd bij nieuw beleid conform kadernota, waarbij het verschil in bedragen wordt veroorzaakt door de mutaties vanuit de mei circulaire 2019);
- Lasten stijgen met € 0,25 miljoen, waarvan de oorzaak gevonden moet worden in mutaties in opgenomen stelposten prijsstijging (hoger), IBP (hoger) en BCF (lager);
- Lasten dalen met € 1,5 miljoen, waarvan de oorzaak gevonden moet worden binnen de precarioheffing. Er vindt geen storting meer plaats in de reserve precarioheffing vanwege het vervallen van de precarioheffing per 2022;
- Lasten dalen met € 0,1 miljoen, waarvan de oorzaak gevonden moet worden in overige kleine ontwikkelingen.
De baten dalen in 2022 ten opzichte van 2021 met afgerond € 2,3 miljoen. De grootste verschillen (>€ 100.000) worden hieronder toegelicht:
- Baten dalen met € 0,3 miljoen, waarvan de oorzaak gevonden moet worden binnen een lagere onttrekking uit de voorziening GRP vanwege het investeringsplan en daaraan gekoppeld BTW voordeel;
- Baten dalen met € 1,2 miljoen, waarvan de oorzaak gevonden moet worden binnen de grondexploitaties;
- De baten stijgen met € 0,7 miljoen, waarvan de oorzaak gevonden moet worden in een hogere algemene uitkering;
- Baten dalen met € 1,5 miljoen, waarvan de oorzaak gevonden moet worden in het vervallen van de precarioheffing per 2022.
Jaarschijven 2022-2023
De lasten en baten binnen het bestaand beleid van jaarschijf 2023 zijn nagenoeg gelijk aan de lasten en baten van jaarschijf 2022. Er is geen sprake van noemenswaardige verschillen.