Begroting 2020

Paragraaf 4 Financiering

5. Geprognosticeerde rentebaten en rentelasten

De rentebaten en rentelasten kunnen als volgt worden gespecificeerd:

Verwachte rentebaten en lasten

2020

2021

2022

2023

Te betalen rente (nieuwe langlopende geldleningen)

189.137

345.027

420.139

483.637

Te betalen rente (kort lopende geldleningen)

49.300

46.750

45.050

45.050

Te betalen rente (langlopende geldleningen)

572.624

468.574

366.754

245.815

Totaal te betalen en ontvangen rente

811.062

860.351

831.944

774.503

Te betalen kosten (i.v.m. financiering)

8.000

8.000

8.000

8.000

Totaal te betalen rente en kosten

819.062

868.351

839.944

782.503

Totaal door te berekenen rente en kosten

819.062

868.351

839.944

782.503

Door berekende rentelasten kapitaal

-721.802

-734.871

-731.016

-733.423

Verwacht rente resultaat

97.260

133.480

108.928

49.080

Voor wat betreft de financiering van het nieuwe beleid is de verwachte rente voor de aan te trekken langlopende leningen, de rentelasten opgenomen in de tabel van verwachte rentebaten en lasten onder de noemer rente kortlopende geldleningen. Bij het daadwerkelijk aangaan van een langlopende geldlening zal de rentelast verplaatst worden naar rente langlopende geldleningen.

Blijkt volgens de gestelde normen dat leningen geconsolideerd moeten worden dan vindt er verschuiving plaats van te betalen rente kortlopende geldleningen naar te betalen rente langlopende geldleningen. Verantwoording over de consolidatie van geldleningen vindt plaats in de bestuursrapportage en de jaarrekening.