De rentebaten en rentelasten kunnen als volgt worden gespecificeerd:
Verwachte rentebaten en lasten | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | |
---|---|---|---|---|---|
Te betalen rente (nieuwe langlopende geldleningen) | 189.137 | 345.027 | 420.139 | 483.637 | |
Te betalen rente (kort lopende geldleningen) | 49.300 | 46.750 | 45.050 | 45.050 | |
Te betalen rente (langlopende geldleningen) | 572.624 | 468.574 | 366.754 | 245.815 | |
Totaal te betalen en ontvangen rente | 811.062 | 860.351 | 831.944 | 774.503 | |
Te betalen kosten (i.v.m. financiering) | 8.000 | 8.000 | 8.000 | 8.000 | |
Totaal te betalen rente en kosten | 819.062 | 868.351 | 839.944 | 782.503 | |
Totaal door te berekenen rente en kosten | 819.062 | 868.351 | 839.944 | 782.503 | |
Door berekende rentelasten kapitaal | -721.802 | -734.871 | -731.016 | -733.423 | |
Verwacht rente resultaat | 97.260 | 133.480 | 108.928 | 49.080 |
Voor wat betreft de financiering van het nieuwe beleid is de verwachte rente voor de aan te trekken langlopende leningen, de rentelasten opgenomen in de tabel van verwachte rentebaten en lasten onder de noemer rente kortlopende geldleningen. Bij het daadwerkelijk aangaan van een langlopende geldlening zal de rentelast verplaatst worden naar rente langlopende geldleningen.
Blijkt volgens de gestelde normen dat leningen geconsolideerd moeten worden dan vindt er verschuiving plaats van te betalen rente kortlopende geldleningen naar te betalen rente langlopende geldleningen. Verantwoording over de consolidatie van geldleningen vindt plaats in de bestuursrapportage en de jaarrekening.