Begroting 2020

Paragraaf 4 Financiering

2. Risicobeheer

De risico’s die binnen de gemeentefinanciering kunnen worden onderscheiden zijn:
Koersrisico, Valutarisico, Renterisico, Kredietrisico en Liquiditeitsrisico.

  • Koersrisico en Valutarisico:

De gemeente maakt geen gebruik van beursgenoteerde, koersafhankelijke financieringsmiddelen of financieringsmiddelen in vreemde valuta en is dat de komende jaren ook niet van plan. Er zal dus geen sprake van directe koers- of valutarisico’s zijn.

  • Renterisico

De Wet Fido stelt een maximum aan de renterisico’s die een gemeente mag lopen, voor zowel de korte termijn (kasgeldlimiet) als de lange (renterisiconorm).

Kasgeldlimiet
Om het effect van renteschommelingen op korte termijn te beperken, moet de gemeente zich houden aan de kasgeldlimiet. Het risico van de korte financiering uit zich in de kasgeldlimiet. Hiertoe behoren alle kortlopende financieringen met een rente-typische looptijd korter dan 1 jaar. De kasgeldlimiet (8,5%) wordt in de Wet Fido bepaald op basis van het totaal van de gemeentelijke begroting. Per kwartaal wordt de ontwikkeling van de vlottende middelen in relatie tot de toegestane kasgeldlimiet intern getoetst en jaarlijks wordt een opgave aan de Provincie Gelderland verstrekt.

Berekening kasgeldlimiet

Jaar:

Percentage:

Begrotingstotaal

Kasgeldlimiet

2020

8,5%

58.000.000

4.930.000

2021

8,5%

55.000.000

4.675.000

2022

8,5%

53.000.000

4.505.000

2023

8,5%

53.000.000

4.505.000

In het geval de kasgeldlimiet wordt overschreden, dient de overschrijding te worden omgezet van schuld in rekening-courant naar langlopende schuld. Dit kan door het aantrekken van een geldlening met een looptijd langer dan een jaar. Het streven van de gemeente Neder-Betuwe is er op gericht om binnen de kasgeldlimiet een deel van de financieringsbehoefte te dekken door zoveel mogelijk gebruik te maken van de ruimte binnen het verstrekte rekening-courantkrediet. Voor 2019 bedraagt dit € 4,25 miljoen van de huisbankier, de Bank Nederlandse Gemeenten. Bij een blijvende overschrijding van deze limiet moet overgegaan worden op langlopende financieringsmiddelen.

Renterisiconorm

Ter beperking van renterisico’s op de lange termijn geldt vanuit de wet Fido de renterisiconorm. Als lange financiering worden volgens de Wet Fido aangemerkt: alle financieringsvormen met een rente-typische looptijd langer dan 1 jaar. De renterisiconorm wordt evenals de kasgeldlimiet berekend over het begrotingstotaal. Als norm wordt in de wet 20% van het begrotingstotaal met een minimum van € 2,5 miljoen aangehouden. Dit houdt in dat in enig jaar de aflossing van de lange schuld niet hoger mag zijn dan 20% van het begrotingstotaal van de lasten. Hiermee wordt een evenwichtige spreiding van renteherzienings- en herfinancieringsmomenten beoogd. Uit onderstaand overzicht blijkt wat de gemeente de komende jaren mag aflossen aan vaste geldleningen binnen de gestelde normen.

Berekening renterisico

Jaar:

Percentage:

Begrotingstotaal

Renterisiconorm

2020

20%

58.000.000

11.600.000

2021

20%

55.000.000

11.000.000

2022

20%

53.000.000

10.600.000

2023

20%

53.000.000

10.600.000

  • Kredietrisico

Kredietrisico is het risico, dat een tegenpartij haar financiële verplichtingen niet kan nakomen. In het geval van uitzettingen bestaat het risico, dat de kredietwaardigheid van de tegenpartij daalt onder de minimum gestelde rating. Bij het opstellen van deze paragraaf zijn er geen uitzettingen bekend voor 2019 en verder. De gemeente loopt risico op geldleningen, waarover een garantstelling is verstrekt. Jaarlijks bij de vaststelling van de jaarrekening wordt u op de hoogte gehouden van de actuele stand van zaken over de hoogte van de garantstellingen. Bij de jaarrekening 2018 (vaststelling 4 juli 2019) was nog sprake van een totale garantstelling van afgerond € 51 miljoen per 31-12-2018. Dit betreft met name de CV Casterhoven en de SWB/Woningstichting Dodewaard. Er is in 2018 geen aanspraak gemaakt op de garantstelling.

  • Liquiditeitsrisico

Op basis van een gedetailleerde korte termijnplanning en een globale meerjarige liquiditeitsplanning wordt ingeschat wanneer de gemeente over welke hoeveelheid direct beschikbare geldmiddelen moet beschikken. Geëigende middelen om over de juiste liquiditeit te beschikken, zijn de inzet van de rekening courant bij de Bank Nederlandse Gemeenten en (langlopende) leningen. Omdat de gemeente een zeer solide en betrouwbare partner is, kan er ook in geval van krapte op de geld- en kapitaalmarkt altijd geld worden aangetrokken.