Begroting 2020

Paragraaf 1 Lokale heffingen

Overzicht op hoofdlijnen van de lokale heffingen

1. Onroerendezaakbelasting
De onroerendezaakbelasting (hierna OZB) is veruit de voornaamste gemeentelijke belasting. De OZB bestaat uit een eigenarenbelasting bij woningen en niet-woningen en een gebruikersbelasting bij niet-woningen. De OZB is een algemene belasting en de opbrengst is bedoeld voor het dekken van de lasten  van de gemeente. De grondslag voor de berekening van de OZB in 2020 is de WOZ-waarde per prijspeildatum van 1 januari 2019.

Een beleidskader bij het bepalen van de opbrengst OZB is, dat de totale opbrengst OZB gelijk moet blijven en alleen mag toenemen door toename van het aantal onroerende zaken (areaaluitbreiding). Om de belastingdruk voor de inwoners van Neder-Betuwe meer gelijk te trekken met omliggende gemeenten is er een verlaging van de OZB tot stand gekomen vanuit het coalitieakkoord 2.0. Hierin is aangegeven, dat de belastingdruk genormaliseerd moet worden naar 100%. Bij de vaststelling begroting 2018 en meerjarenraming is de OZB opbrengst om die reden in de periode 2018 tot 2022 jaarlijks met 2% verlaagd. Door het aangenomen amendement bij de vaststelling van de begroting 2018 is de opbrengst OZB in dat jaar extra verlaagd met 3%.

Begroting 2020 wordt dan:

2019-2022

2020-2023

2020-2023

2020-2023

2020-2023

Heffingsjaar:

2019

2020

2021

2022

2023

WOZ waarde (x1000)

taxatiewaarde woningen

2.142.490

2.142.490

2.142.490

2.142.490

2.142.490

taxatiewaarde niet-woningen

401.278

401.278

401.278

401.278

401.278

Totale WOZ waarde

2.267.199

2.543.768

2.543.768

2.543.768

2.543.768

Totale heffing OZB

Eigenaars woningen

3.406.560

3.330.398

3.264.070

3.199.789

3.133.285

Eigenaars niet-woningen

920.933

889.215

871.011

853.591

836.519

Gebruikers niet-woningen

615.436

594.827

582.839

571.183

559.759

Totale heffing OZB

4.942.929

4.814.440

4.717.920

4.624.563

4.529.563

2. Forensenbelasting
Met ingang van 2014 wordt forensenbelasting geheven van eigenaren van zogenaamde tweede woningen, waaronder de chalets op de campings Rijk van Batouwe in Kesteren en Resort Rivierendal in Ochten. Deze belasting is bedoeld om eigenaren van deze tweede woningen mee te laten betalen aan de gemeenschapsvoorzieningen in onze gemeente. De gedachte hierachter is, dat de eigenaren van deze tweede woningen een groot deel van het jaar in onze gemeente zijn en daarom ook gebruik maken van de gemeenschapsvoorzieningen. Alleen voor chalets in eigendom van natuurlijke personen, die niet in de gemeente Neder-Betuwe wonen, geldt de heffing. Zij moeten meer dan negentig dagen per jaar een gemeubileerde woning hebben voor zichzelf of voor hun gezin. De aanslag wordt opgelegd aan degene, die de gemeubileerde woning heeft.

3. Toeristenbelasting
Onder de naam 'toeristenbelasting' wordt een directe belasting geheven voor overnachten binnen de gemeente op campings, in  hotels, pensions, bed & breakfasts en dergelijke, tegen vergoeding in enige vorm. Dit geldt alleen voor personen, die niet als inwoner in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens zijn opgenomen. Deze belasting kan worden geheven als een bijdrage in de kosten van de gemeenschapsvoorzieningen van de gemeente. Deze kosten kunnen worden gevraagd aan de toerist. De toeristenbelasting wordt geheven aan de hand van het aantal overnachtingen. In een nachtverblijfsregister worden deze overnachtingen vastgelegd.

O.g.v. het door de gemeenteraad in november 2019 vastgestelde Beleidsplan Huisvesting Arbeidsmigranten, wordt de belastingverordening aangepast zodanig dat vanaf januari 2020 ook voor arbeidsmigranten toeristenbelasting geheven kan worden. Bij de vaststelling van de aangepaste verordening wordt een eerste begrotingswijziging bijgevoegd met daarin een financiële raming en onderbouwing van de te verwachten jaarlijkse inkomsten.

4. Hondenbelasting
Onder de naam 'hondenbelasting' wordt op basis van artikel 226 van de Gemeentewet een directe belasting geheven voor het houden van honden binnen de gemeente. De belasting wordt geheven op basis van het aantal honden, dat iemand binnen de gemeente houdt. Er worden verschillende tarieven gehanteerd voor de eerste hond, de tweede en volgende honden en voor kennels. De verwachte opbrengst hondenbelasting per jaar bedraagt € 131.534.

5. Precariobelasting
Met ingang van 1 november 2013 wordt onder de naam 'precariobelasting' en op basis van artikel 228 Gemeentewet een directe belasting geheven ter zake van het hebben van buizen, kabels, draden of leidingen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, bedoeld of genoemd in de verordening ‘Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting ter zake van buizen, kabels, draden of leidingen. Het betreft hier alleen precariobelasting op hoogspanningskabels van Tennet en op het aardgasleidingennetwerk van Liander. De contracten uit 1986 tussen de voormalige gemeenten Dodewaard, Kesteren en Echteld met de voormalige PGEM (nu Liander) stonden een heffing op het elektriciteitsnet in beginsel in de weg. Een uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam in oktober 2014 geeft aanleiding aan te nemen dat belanghebbende (Liander) – die het economische eigendom van het netwerk heeft – in civiel-juridische zin niet de rechtsopvolger is van de overeenkomsten uit het verleden en dat deze overeenkomsten daardoor een belastingheffing niet meer in de weg staan. Daarom is besloten over te gaan tot de heffing op het elektriciteitsnet.

Liander is landelijk en dus ook in Neder-Betuwe in bezwaar en beroep gegaan tegen de aanslagen van 2014, 2015 en 2016. De bezwaarschriften zijn ongegrond verklaard en ook de beroepszaken zijn door Rechtbank Gelderland in februari 2019 ongegrond verklaard. Liander is tegen deze uitspraken niet in hoger beroep gegaan. De opbrengst precariobelasting staat daarmee vast.

Per 1 juli 2017 is de Wet tot afschaffing van de precariobelasting op nutswerken in werking getreden. Er geldt echter voor gemeenten die op 10 februari 2016 in hun belastingverordening een tarief hadden voor nutsnetwerken een overgangsregeling. Deze gemeenten mogen uiterlijk tot 1 januari 2022 nog precario op nutsnetwerken blijven heffen. Onder de overgangsregeling kan een gemeente maximaal het tarief in rekening brengen dat op 10 februari 2016 gold. Voor Neder-Betuwe is de heffing vanaf 1 januari 2022 dus niet meer mogelijk.

6. Rioolheffing
Onder de naam 'rioolheffing' wordt een recht geheven van de eigenaar van een eigendom van waaruit afvalwater direct of indirect op de gemeentelijke riolering wordt afgevoerd. De belasting wordt geheven met een vast bedrag per perceel. De rioolheffingen (inkomsten) moeten 100% kostendekkend en in balans zijn met de uitgaven. De heffing wordt jaarlijks bij de vaststelling van het tarief geïndexeerd op basis van de consumenten index volgens het CBS. De onderstaande tabellen zijn gebaseerd op het vastgestelde Gemeentelijk Rioleringsplan 2019-2023.

Rioolheffing

2019

2020

2021

2022

2023

Aantal rioolaansluitingen

9.358

9.473

9.588

9.703

9.818

Tarief

222,93

222,93

222,93

222,93

222,93

Opbrengst rioolheffing

2.086.179

2.111.816

2.137.453

2.163.090

2.188.727

Opbrengst rioolheffing woningen

1.900.701

1.924.109

1.947.516

1.970.924

1.994.332

Opbrengst rioolheffing niet-woningen

185.478

187.707

189.936

192.166

194.395

Berekening kostendekkendheid rioolheffing

Netto kosten taakveld incl. (omslag)rente

€ 1.596.674

Toegerekende Overhead

€ 113.330

BTW

€ 623.252

Dotatie aan de voorziening

€ -76.433

Totale opbrengsten

€ 2.143.493

Totaal kosten

€ 2.143.493

Dekkingspercentage

100%

7. Afvalstoffenheffing
Afvalstoffenheffing wordt geheven aan mensen, die in de gemeente Neder-Betuwe hun  huishoudelijke afval moeten inzamelen, omdat hun perceel valt onder de Wet milieubeheer. De heffing geldt per perceel. De inzameling van huishoudelijke afvalstoffen, het vaststellen van de tarieven en het innen van de heffing wordt uitgevoerd op regionaal niveau (Avri/BSR).

Afvalstoffenheffing

2019

*2020

2021

2022

2023

Basistarief (voor iedereen gelijk)

169,00

193,00

196,00

196,00

183,00

Per extra grijze container

50,00

50,00

50,00

50,00

50,00

Variabel tarief (per keer)

- grijze container 140 liter

4,67

5,60

5,60

6,07

6,53

- grijze container 240 liter

8,00

9,60

9,60

10,40

11,20

- gft-container (140 en 240 liter)

gratis

gratis

gratis

gratis

gratis

- papiercontainer (140 en 240 liter)

gratis

gratis

gratis

gratis

gratis

- inworp ondergrondse container (60 liter)

- inworp ondergrondse container (30 liter)

1,00

1,20

1,20

1,30

1,40

- container (140 en 240 liter) en zakken voor plastic verpakkingen en drinkpakken

gratis

gratis

gratis

gratis

gratis

- brengcontainers voor glas en blik, papier, textiel

gratis

gratis

gratis

gratis

gratis

- milieubox

gratis

gratis

gratis

gratis

gratis

- restafval op milieustraat per huisvuilzak (60 liter)

2,40

2,40

2,40

2,40

2,40

- voorrijtarief voor aan huis ophalen van grof huishoudelijk afval

€ 20,-

€ 20,-

€ 20,-

20,00

20,00

- een containerwisseling van 240 liter grijze container naar een 140 liter grijze container is gratis. Alle andere containerwisselingen, per container (via factuur)

35,00

35,00

35,00

35,00

35,00

Gemiddelde tarief afvalstofheffing per betalende huisaansluiting*

219,00

235,00

238,00

242,00

233,00

* Bron: AVRI begroting 2020 en meerjarenraming 2021-2023

* Basis- en variabel tarief vanaf 2020-2023 o.b.v. de begroting 2020. Tarieven 2020 worden eind 2019 vastgesteld.

8. Lijkbezorgingsrechten
Op basis van een verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de algemene begraafplaatsen en voor gemeentelijke diensten, die daarmee samenhangen. De aanvrager, gebruiker of begunstigde betaalt de rechten. Het geactualiseerde beleids- en beheerplan begraafplaatsen 2018 -2021 heeft geleid tot een toekomstbestendig begraafplaatsenbeleid, Gelijktijdig zijn de tarieven verlaagd. In de tarieven van de lijkbezorgingsrechten zijn de volgende uitgaven niet meer meegenomen:
•   het onderhoud van de niet-actieve begraafplaatsen;
•   de uren voor beleid en algemene informatieverschaffing of klachtbehandeling.
Zo sluiten deze tarieven beter aan op de begraaftarieven in de regio.

Berekening kostendekkendheid lijkbezorgingsrechten

Netto kosten taakveld incl. (omslag)rente

€ 242.517

Toe te rekenen kosten

€ 243.869

Overhead

€ 31.549

Totaal opbrengsten (rechten)

€ 274.615

Totaal kosten

€ 275.418

Dekkingspercentage

100%

9. Marktgelden
Onder de naam 'marktgelden' wordt een recht voor een marktstandplaats geheven, zoals bedoeld in de marktgeldverordening. Daaronder vallen ook de diensten, die de gemeente hiervoor verleent. Het recht wordt geheven aan de houder van de marktstandplaats.

Berekening kostendekkendheid marktgelden per 2020

Netto kosten taakveld incl. (omslag)rente

€ 36.872

Toe te rekenen kosten (ex overhead)

€ 2.937

Overhead

€ 1.426

Totaal opbrengsten (rechten)

€ 3.445

Totaal kosten

€ 4.363

Dekkingspercentage

79%

10. Leges
De naam 'leges' staat voor veel verschillende rechten voor diensten door het gemeentebestuur. De aanvrager of degene voor wie de dienst is verleend, betaalt. In december 2019 worden de tarieven in
de Legesverordening 2020 verhoogd met de inflatiecorrectie en vastgesteld.

De huidige kostendekkingspercentages zijn per titel van de legesverordening zoals hieronder. De inflatiecorrectie is hierin nog niet meegenomen.

Recapitulatie kostendekkendheid leges 2020 gemeente Neder-Betuwe

Totale kosten

Opbrengsten

Kostendekkend-
heidspercentage

Totaal

€ 1.656.220

€ 1.641.200

99%

Titel 1

Algemene dienstverlening

€ 521.764

€ 393.925

75%

Hoofdstuk 1

Burgerlijke stand

€ 134.428

€ 122.558

91%

Hoofdstuk 2

Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

€ 98.711

€ 61.953

63%

Hoofdstuk 3

Rijbewijzen

€ 144.023

€ 118.986

83%

Hoofdstuk 4

Verstrekkingen uit de basisregistratie personen

€ 17.529

€ 3.884

22%

Hoofdstuk 9

Overige publiekszaken

€ 15.556

€ 9.622

62%

Hoofdstuk 12

Leegstandwet

€ 434

€ 597

137%

Hoofdstuk 16

Kansspelen

€ 1.228

€ 815

66%

Hoofdstuk 17

Telecommunicatie

€ 54.225

€ 54.171

100%

Hoofdstuk 18

Verkeer en vervoer

€ 8.229

€ 6.573

80%

Hoofdstuk 19

Naturalisatie en optie

€ 25.411

€ 12.083

48%

Hoofdstuk 20

Diversen

€ 21.990

€ 2.682

12%

Titel 2

Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning

€ 1.090.325

€ 1.226.058

112%

Hoofdstuk 2

Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag

€ 41.076

€ 11.106

27%

Hoofdstuk 3

Omgevingsvergunning

€ 842.589

€ 1.003.616

119%

Hoofdstuk 8

Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten

€ 206.659

€ 211.336

102%

Titel 3

Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn en niet vallend onder titel 2

€ 44.131

€ 21.218

48%

Hoofdstuk 1

Horeca

€ 17.249

€ 8.246

48%

Hoofdstuk 2

Organiseren evenementen

€ 3.717

€ 1.609

43%

Hoofdstuk 5

Marktstandplaatsen

€ 11.131

€ 5.516

Hoofdstuk 7

In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

€ 12.034

€ 5.845

49%